dinsdag 26 februari 2008

Mosley twijfelt ernstig over biobrandstof

FIA-baas wil vooral aandacht voor energieterugwinning
[25-02] Uitgerekend de man die strijdt voor een milieuvriendelijke Formule 1, FIA-baas Max Mosley, heeft ernstige twijfels over biobrandstof. Dit seizoen moet de brandstof in de bolides voor minstens 5,75 procent uit biobrandstof bestaan.
In de A1GP bestaat de brandstof sinds januari voor 30 procent uit biobrandstof.,,Ik heb enorme bedenkingen over biobrandstof”, zei Mosley tegen de Oostenrijkse omroep ORF. Een verrassende uitspraak, omdat de reglementen voor dit seizoen voor het eerst bepalen dat de teams biobrandstof moeten gebruiken en omdat biobrandstof een onderdeel is van de milieuplannen van de FIA. ,,De eerste generatie is erg controversieel en concurreert met levensmiddelen”, legde Mosley uit. ,,De tweede generatie is nog niet commercieel geëxploiteerd – er is eigenlijk maar één bedrijf die het produceert.” Biobrandstof wordt nu vooral gemaakt van materiaal uit de landbouw, zoals maïs. Een belangrijk bezwaar is dat je met die maïs beter hongerige monden kunt voeden dan racewagens laten rijden. Daar sluit Mosley zich bij aan. De FIA-baas vindt het idee nog te weinig doordacht en stelt daarom dat de aandacht in de Formule 1 op dit moment vooral moet uitgaan naar technieken om energie her te gebruiken, zoals KERS. ,,Van één liter benzine drijft slechts een derde de auto aan, terwijl twee derde oplost via de uitlaat en de koeling. Dat is energie die je kan terugwinnen.” Overigens leverden Toyota’s hoofd motorontwikkeling Luca Marmorini en de beroemde auto-ontwerper Mauro Forghieri vorige week flinke kritiek op die plannen om energie terug te winnen. Ze zouden veel te beperkt zijn. JK

Bezoeker huishoudbeurs onderschat mogelijke kostenbesparing energie

AMSTERDAM, 20080225 -- Deze conclusie trekt PrizeWize naar aanleiding van de enquête "Consument & Energie" die zij hield onder de bezoekers van de huishoudbeurs 2008. Ondervraagden waren niet tot nauwelijks op de hoogte van hun eigen gas- en elektriciteitsverbruik. Men was echter goed op de hoogte van de mogelijkheden om hun energieverbruik te verminderen. Onder het thema "Consument & Energie" werden zo'n 2000 bezoekers van de huishoudbeurs 2008 aan de tand gevoeld over hun energieverbruik en hun kennis van de energiemarkt. Hieruit bleek dat slechts 4% van de bezoekers op de hoogte was van hun jaarverbruik in termen van kubieke meters gas en kilowattuur stroom. Een grotere groep, een ruime 30%, wist te vertellen hoeveel gas en elektriciteit zij op maand- of jaarbasis verbruikten in termen van Euro's. Ook werden de bezoekers getoetst op hun kennis betreffende de energieprijzen op de geliberaliseerde energiemarkt. Hierbij moest men een inschatting maken van de mogelijke jaarlijkse kostenbesparing voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik. De schattingen varieerden van enkele tientallen tot honderden Euro`s en zorgden voor een gemiddelde schatting van € 78,-. Het werkelijke bedrag is € 323,69, meer dan het viervoudige van de gemiddelde schatting. Wel was men goed op de hoogte van de mogelijkheden om het energieverbruik te verminderen. Isolatie in huis, het gebruik van spaarlampen en hoogrendementsketels waren de meest genoemde maatregelen die leiden tot vermindering van energieverbruik en lagere uitstoot van CO2. Meer dan 40% van de bezoekers heeft in zijn of haar huishouden een energiebesparende maatregel genomen ten bate van het milieu. Er kan geconcludeerd worden dat de gemiddelde bezoeker van de huishoudbeurs slecht op de hoogte was van haar eigen energieverbruik en niet omschreven kan worden als "kritische consument" wanneer het gaat om de energiemarkt. Wel kan de gemiddelde bezoeker als milieubewust worden bestempeld, wanneer het gaat om kennis en activiteit omtrent het besparen van energie.

Productie duurzame elektriciteit gedaald in 2007

De productie van duurzame elektriciteit is gedaald van 6,5 procent van het binnenlands elektriciteitsverbruik in 2006 tot 6,0 procent in 2007. Deze daling komt door een forse afname bij het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales. De productie van windenergie groeide daarentegen sterk en is nu de belangrijkste bron van duurzame elektriciteit.Meestoken van biomassa halveertEen van de belangrijkste productiebronnen van duurzame elektriciteit is het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales. Dit is in 2007 bijna gehalveerd ten opzichte van een jaar eerder. Een reden hiervoor kan zijn de verandering in de subsidietarieven per 1 juli 2006. In de periode 2003-2005 verviervoudigde het meestoken nog. De inzet van biomassa bij de productie van duurzame elektriciteit varieert dus sterk. De beslissing om meer of minder biomassa mee te stoken hangt namelijk af van fluctuerende factoren, zoals de subsidietarieven, de prijs van biomassa, de prijs van de te vervangen fossiele brandstof, de maatschappelijke discussie over de duurzaamheid van biomassa en uitval van centrales door bijvoorbeeld groot onderhoud.Windenergie groeit verderDe elektriciteitsproductie uit windenergie is in 2007 met een kwart gestegen en was daarmee verantwoordelijk voor de helft van de duurzame elektriciteitsproductie. Daarmee is windenergie nu de belangrijkste bron van duurzame elektriciteit.De productie van elektriciteit uit windenergie steeg vooral doordat er eind 2006 en in 2007 nieuwe windmolens in gebruik zijn genomen. Eind 2007 was de opgestelde capaciteit van de windmolens 1 750 megawatt, ongeveer 12 procent meer dan een jaar eerder. Ook waaide het in 2007 meer dan in 2006, wat voor een extra verhoging van de productie zorgde.Naast de eigen productie van duurzame elektriciteit, importeert Nederland groene stroom. In 2007 ging het in totaal om 10,5 procent van het Nederlandse elektriciteitsverbruik. Dat is een derde meer dan in het jaar daarvoor. Deze stijging werd veroorzaakt door de gestegen binnenlandse vraag naar groene stroom, de daling van de binnenlandse productie en de gestegen voorraden van groene-stroomcertificaten.

maandag 25 februari 2008

Led verlichting is de toekomst. Transformenergy bericht. 200 jaar ledlicht.

Er zijn de laatste tijd veel innovaties op het gebied van licht. Binnenkort mogen wellicht onze oude vertrouwde gloeilampen niet meer gebruiken.
Om milieubewuster te worden komt de ene na de andere verbetering, bijvoorbeeld op het gebied van spaarlampen. Milieubewuster dan de Gravia LED lamp kan het niet worden.
De lamp geeft een sfeervolle verlichting en hij is in verschillende kleuren verkrijgbaar. Wie denkt dat een LED-lamp, zeker eentje die zichzelf van energie voorziet, weinig licht uitstraalt, komt bedrogen uit. De LED’s produceren 600-800 Lumen. Dat is vergelijkbaar met een gloeilamp van 40 Watt.
ZwaartekrachtDe innovatie zit ‘m in de manier waarop de lamp zijn elektriciteit krijgt. In de langwerpige lamp zit een gewicht dat langzaam naar beneden valt en een radertje laat ronddraaien. Dit levert genoeg energie op om 10 LED’s te verlichten. Deze LED's projecteren hun licht op de Acryl-lens die het licht versterkt en tegelijkertijd verzacht. Het gewicht doet er vier uur over om naar beneden te vallen, daarna moet je het ophijsen.
LevensduurZoek je een lamp die lang mee gaat, dan is dit helemaal je ding! De techniek is zo ontworpen dat de lamp 200 jaar meegaat, bij een gebruik van 8 uur per dag, 365 dagen per jaar. Dat is langer dan jij, tenminste zoals het er nu uitziet. Het enige wat je af en toe moet vervangen is de Acryl-lens. die gaat 'slechts' 15 jaar mee.
BeschikbaarheidHelaas is er alleen een prototype beschikbaar. Je kunt de lamp dus met geen mogelijkheid bestellen. Evenmin is bekend hoeveel de lamp gaat kosten. Dat laatste zal voor veel mensen echt een factor van belang zijn.

vrijdag 22 februari 2008

Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie onvoldoende om doelstellingen te halen. Transformenergy doet spoedig nogmaals brandbrief uit.

Utrecht, 15 Februari 2008 /EZPress/ - Op 31 januari jl. presenteerde minister Van der Hoeven de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) waarmee schone elektriciteitsopwekking financieel wordt ondersteund. Met deze regeling geeft zij mede inhoud aan de Kabinetsdoelstelling in 2020 20% duurzame energie op te wekken. De regeling kan gezien worden als opvolger van de MEP en komt als zodanig tegemoet aan de wens van de duurzame energie sector. De regeling komt echter onvoldoende tegemoet aan de noodzaak om de Duurzame Elektriciteitproductie fors op te voeren en daarmee de doelstelling voor Nederland te behalen.De SDE regeling zal in 2008 opengesteld worden voor een beperkt aandeel van de opties Wind op land, Kleinschalige zon-pv installaties, Biogasproductie, Verbranding van vaste biomassa en vergisting van GFT en mest-covergisting. In totaal is er 10 miljoen euro beschikbaar in 2008. Naast een beperkt budget is bij de vaststelling van de tarieven voor sommige bronnen negatief afgeweken van de berekeningen van ECN/KEMA voor vergoeding van de onrendabele top. Daarnaast worden vele bronnen nog uitgesloten van stimulering. De DE Koepel zet vraagtekens bij verschillende aannames. Actuele berekeningen binnen de windsector laten bijvoorbeeld 8% hogere investeringskosten zien. Ook voor verschillende vormen van bio-energie zijn hogere vergoedingen noodzakelijk om installaties te laten renderen en bovenal innovaties te stimuleren en in sommige gevallen zijn de eisen zwaarder dan voor aardgasgestookte installaties. Daarnaast is de aanname dat particulieren van een groenhypotheek of aftrek inkomstenbelasting gebruik kunnen maken voor financiering van hun zonnestroomsysteem onjuist en worden daarmee consumenten in huurwoningen benadeeld.De opengestelde categorieën en het totaal aan vermogen dat de minister in 2008 stimuleert, is niet voldoende om de basis te leggen voor een forse groei die noodzakelijk is om haar doelstellingen te halen, zo vreest de DE Koepel. Hoewel er fors kan worden ingezet op wind energie, is wind energie op zee momenteel uitgesloten doordat vergunningen niet worden verleend, terwijl er meerdere projecten op tafel liggen. De DE Koepel vindt het volstrekt onduidelijk waarom de overheid deze vergunningen niet wil verstrekken. Voor bio-energie zullen de beperkingen tot een veel lagere inzet van elektriciteit uit bio-energie leiden en wordt innovatie ontmoedigd. De regeling voor zonnestroom kent nog veel onduidelijkheden in de praktische uitvoering en helaas is de regeling nog niet opengesteld voor grotere systemen. Op dit punt heeft de sector zeer praktische voorstellen gedaan voor een simpele en fraude bestendige uitvoering.De DE Koepel hamert er bij ieder gelegenheid op dat het van groot belang is dat het lange termijn investeringsklimaat voor duurzame energie in Nederland structureel verbetert. Op dit moment mist Nederland de aansluiting met omliggende landen zoals Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland en Frankrijk; deze landen hebben een sterk investeringsklimaat voor duurzame energie. Nu de minister slechts zekerheid verschaft voor 2008, vreest de DE Koepel een aanhoudende terughoudendheid in de bereidheid tot investeringen in duurzame elektriciteit. Dat is jammer, want de plannen liggen klaar en de wil is er. Om de gestelde doelstelling van 20% duurzame energie te behalen, is het noodzakelijk dat investeerders in duurzame energie ook voor de periode na 2012 zicht krijgen op een samenhangend en stabiel stimuleringsbeleid. Uitgangspunt voor een dergelijk beleid zou moeten zijn dat maatschappelijke kosten van energieproductie worden doorberekend in de prijzen volgens het principe van 'de vervuiler betaalt'. Een dergelijke financiering buiten de begroting om, is een goede aanvulling om meer investeringszekerheid te creëren, meent de DE Koepel.De DE Koepel is de Nederlandse overkoepelende organisatie voor duurzame energie. Windenergie, bio-energie, zonne-energie, warmtepompen en ondergrondse energieopslag zijn vertegenwoordigd. De DE Koepel maakt zich sterk voor de duurzame energiesector en wil de toepassing ervan bevorderen. Duurzame Energie kent geen CO2 uitstoot, houdt onze energie betaalbaar, waarborgt de energievoorziening in de toekomst en groeit de komende decennia uit tot een omvangrijke Europese economische sector.//einde berichtBericht: Stichting de KoepelDit is een origineel persbericht. EZPress® News Distribution BV. www.ezpress.eu

Groningen Centre of Energy Law

De Rijksuniversiteit Groningen heeft een speciale band met de energiesector. Niet alleen heeft de universiteit haar zetel bovenop het Groningen gasveld, maar tevens heeft zij nauwe banden met de partijen die bij de ontwikkeling van dit veld betrokken zijn. Inmiddels werken de universiteit en de betrokken partijen zoals de Gasunie samen in diverse gremia, bijvoorbeeld het Energy Delta Institute en de Energy Valley. Bovendien heeft het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen het thema ‘energie’ aangewezen als één van de speerpunten van onderwijs en onderzoek.

Op facultair niveau coördineert het Groningen Centre of Energy Law al het rechtswetenschappelijke onderzoek dat betrekking heeft op (onderdelen van) de energiesector. Dit onderzoek strekt zich uit tot de gehele energieketen (van “put” tot “pit”) . Het omvat onder meer de wet- en regelgeving die samenhangt met de productie, het transport en de levering van energie, de bevordering van duurzame energiebronnen, het veiligstellen van de voorzieningszekerheid en de bescherming van zowel het klimaat als de consument. Het huidige onderzoek concentreert zich voor een belangrijk deel op de liberalisering van de Nederlandse en Europese energiemarkten en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor wet- en regelgeving. Ook de economische en sociale effecten ervan worden bestudeerd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het contractuele raamwerk waarbinnen energieleveranciers en afnemers opereren en aan de fiscale en financiële aspecten van de productie en levering van energie.

In toenemende mate is de energiesector grensoverschrijdend van aard. Nederland exporteert sinds de jaren zestig van de vorige eeuw aardgas naar diverse Europese landen en is een belangrijke doorvoerhaven voor andere energieproducten, zoals aardolie. Door het afnemende aanbod en de stijgende vraag zal de import van energie echter geleidelijk toenemen. Dit zal ook gevolgen hebben voor het juridische kader waarbinnen energiemarkten opereren. Het Groningen Centre of Energy Law besteedt daarom eveneens aandacht aan de internationaalrechtelijke en rechtsvergelijkende aspecten van de energiesector.

woensdag 20 februari 2008

SDE-budget en duurzame energiebeleid schiet tekort

14 februari 2008 - Het beperkte SDE-budget (subsidieregeling duurzame energie) ondergraaft de kabinetsambitie dat Nederland uiterlijk in 2020 één van de duurzaamste energievoorzieningen van Europa heeft. Dat stelt Stichting Natuur en Milieu in een reactie op de aanbieding van de concept Ministeriële regelingen SDE.
Natuur en Milieu vraagt het kabinet om het SDE-budget voor deze kabinetsperiode te verdubbelen. Ook ruimtelijke belemmeringen en vertragingen met vergunningenprocedures nopen tot een meer voortvarende aanpak.
Lees hier de complete reactie van Natuur en Milieu op de concept SDE-regeling (12 februari 2008)
Zie ook het artikel Subsidie groene stroom te mager (Volkskrant, 14 februari 2008)
Publicatiedatum: 14-02-2008

Mogelijk 200 nieuwe windmolens bij Rotterdam in zee

ROTTERDAM - Rotterdam krijgt mogelijk tweehonderd windturbines in de Noordzee. Daarover voert het ministerie van VROM momenteel gesprekken met de gemeente.
Windmolenpark in zee voor de kust van Kopenhagen in Denemarken. Dat zei milieuminister Jacqueline Cramer gisteravond in het tv-programma Pauw & Witteman. Cramer streeft binnen deze kabinetsperiode naar een verdubbeling van de hoeveelheid windenergie die in Nederland wordt opgewekt. Ze erkende gisteravond dat het niet altijd even makkelijk is om gemeenten te vinden die vrijwillig reeksen windmolens willen plaatsen. In sommige gevallen lukt het alleen als de belofte wordt gedaan om een deel van de opbrengst terug te laten vloeien naar de gemeente. Een overeenkomst met Rotterdam zou Cramer een stuk op weg helpen in haar streven naar meer schone energie. Volgens de minister gaat het om tweehonderd turbines die ver genoeg in zee komen te staan om niet storend te zijn. ,,Maar het kan zijn dat ze nog net zichtbaar zullen zijn,'' aldus Cramer. De plaatsing van tweehonderd windmolens past in het Climate Initiative van de gemeente Rotterdam, waarmee de stad met tal van maatregelen een wezenlijke bijdrage wil leveren aan verbetering van het milieu en de luchtkwaliteit.

Circulatiepomp: energiebesparing mogelijk in huis

Zij werkt stil en onopgemerkt, en daardoor kent de consument haar doorgaans niet goed: we hebben het over de circulatiepomp van de centrale verwarming. Zij verbruikt stroom, vrij veel zelfs. Ze is goed voor 5 tot 10 % van de elektriciteitsfactuur van een privéwoning. Gelukkig kunt u dit verbruik beperken.
Stroomvreter
De taak van een circulatiepomp bestaat erin om het water van de verwarmingsketel naar de radiators (of de convectors) te doen circuleren. De oud(st)e verwarmingsinstallaties werden uitgerust met een standaardcirculatiepomp die altijd tegen dezelfde snelheid aan de slag moest (met een vermogen van 70-80 W), en dat het hele stookseizoen lang; in onze contreien mag u rekenen op zowat 6 000 uur per jaar. Een eenvoudige berekening leert dat het jaarlijks stroomverbruik kan oplopen tot ± 450 kWh; dat is meer dan het verbruik van recente koelkasten, wasmachines of vaatwasmachines.Moderne installaties zijn doorgaans uitgerust met een circulatiepomp met 3 snelheden (en een vermogen van 25 tot 75 W). Bij een ononderbroken werking verbruikt hij tussen 150 en 300 kWh per jaar (op basis van die 6 000 uur). Zo’n pomp heeft dus een aanzienlijk lager verbruik.Sinds 2005 zijn er hoogrendementspompen verkrijgbaar (voornamelijk van de merken Grundfos, Wilo en Biral) voor cv-installaties in privéwoningen. Vanuit technisch oogpunt is hun lagere verbruik te danken aan een nieuw soort motor met permanente magneten en een elektronische snelheidsregeling. De fabrikanten hebben die toestellen in klassen ingedeeld, waarbij ze hun inspiratie hebben geput uit het meer gekende systeem van de energielabels. De meeste circulatiepompen die momenteel verkrijgbaar zijn, behoren tot klasse A, B, C of zelfs D. De klasse staat vermeld op de verpakking, in de handleiding en/of op een sticker.
Wat is het voordeel?
Onze Duitse collega’s van de consumentenvereniging Stiftung Warentest hebben een vergelijkende test uitgevoerd van circulatiepompen met hoog rendement. Gemiddeld verbruikt een pomp van klasse A in uw verwarmingsinstallatie tussen 52 (4 000 uur) en 78 kWh per jaar (6 000 uur). Een toestel van klasse B verbruikt in dezelfde omstandigheden tussen 109 et 163 kWh per jaar; die van klasse C tussen 160 en 240 kWh.Wanneer de circulatiepomp van uw installatie aan vervanging toe is, vraag uw installateur dan uitdrukkelijk om een hoogrendementspomp te plaatsen. Anders dreigt hij een model uit klasse C of D te kiezen, dat weliswaar minder kost bij de aankoop maar op (middel)lange termijn meer stroom verbruikt. Uit enkele eenvoudige berekeningen blijkt dat u er baat bij hebt om een circulatiepomp van klasse A of B te kiezen. Ze kosten ongeveer € 180 voor een model uit de B-klasse, en € 300 - 350 voor een model uit de A-klasse. De afschrijvingstermijnen (7 tot 17 jaar) zijn wel vrij lang, maar dit soort toestellen heeft ook een lange levensduur. Overigens hoeft u met deze besparing niet aan comfort in te boeten. Integendeel, met een hoogrendementspomp is er minder kans dat leidingen en radiators lawaai maken.
Het project Energy+
Bij de gasketels scheren de gaswandketels hoge toppen. Hier is het de fabrikant die beslist over het type van circulatiepomp. Om de ontwikkeling en de verspreiding van toestellen met een optimaal rendement te bevorderen, is een Europees project gelanceerd, met name “Energy+ Pumps”. Dat streeft ernaar om verwarmingsketels en circulatiepompen met een hoog rendement te laten uitgroeien tot de Europese norm. U vindt een overzicht van de producten die aan de criteria van dit project voldoen, op www.energypluspumps.eu.
Iets doen voor de planeet en uw budget
Momenteel verbruiken de meer dan 100 miljoen circulatiepompen over heel Europa jaarlijks 30 tot 50 TWh aan elektriciteit (TWh = terawattuur = miljard kWh). Ze veroorzaken een CO2-uitstoot van 18 tot 30 miljoen ton per jaar. Als energie-efficiënte circulatiepompen de nieuwe Europese standaard zouden worden, is een jaarlijkse elektriciteitsbesparing van 60 % en meer mogelijk. Dit komt overeen met een besparing van meer dan 30 TWh per jaar.De levensduur van een circulatiepomp is vrij lang; doorgaans moet zij pas om de 15 tot 20 jaar worden vervangen. Maar zelfs met een reeds geïnstalleerde circulatiepomp kunt u veelal toch op een eenvoudige manier besparen, tenminste bij een standaardmodel met een snelheidsregeling via 3 standen. Ga na of de pomp op de laagste stand staat. Als dat niet het geval is, probeer dan eens uit of de laagste stand zou volstaan om het warm water tot in alle radiators verdeeld te krijgen. Veelal zal dat lukken en dan is de besparing niet te verwaarlozen: u mag bij benadering rekenen op een vermindering van het verbruik tussen 55 W (in stand 2) en 35 W (in stand 1). Over een stookseizoen van 4 000 uur loopt de besparing op die manier op tot 80 kWh.

dinsdag 19 februari 2008

Zonnepaneel komt terug op dak

Het zal nog wel even duren voor de Nederlandse daken zullen stralen van de zonnepanelen. „Daarvoor moet de beleving van zonne-energie echt veranderen”, zegt Joke Wessels van branchevereniging Holland Solar. „Het besef moet dagen dat de zon op de lange termijn de meest veelbelovende duurzame energiebron is.”
Bij Holland Solar, die veertig bedrijven vertegenwoordigt, zijn ze blij dat de overheid het opwekken van elektrische energie uit zonlicht (photo-voltaïsche zonne-energie, PV of zonnestroom genoemd) weer gaat stimuleren. De Europese klimaatdoelstellingen – het Nederlandse energieverbruik moet in 2020 voor 14 procent groen zijn – ’helpen’ daarbij.
De Nederlandse overheid heeft een wijs besluit genomen, vindt Wessels, en maakt de aanschaf van kleinschalige zonnestroom-installaties door particulieren financieel interessanter. „Maar het is onze wens dat de regeling ook voor grotere installaties op grote gebouwen wordt opengesteld, zoals in Duitsland.” Door de hoge kosten van zonnestroom-producten en de peperdure productieprocessen, zijn bedrijven gebaat bij een steuntje in de rug. „Zonnestroom kan nog niet concurreren met conventioneel opgewekte stroom. Door een grotere vraag wordt zonnestroom goedkoper.” Zonne-energie is naar schatting goed voor 25 procent van de Nederlandse stroomvraag in 2050.
Bij de Nederlandse zonne-industrie ligt nog vers in het geheugen hoe de subsidie in 2003 plotseling werd stopgezet. De markt voor panelen en collectoren stortte in omdat de vraag sterk afnam. „Nederlandse ondernemers die zonne-energiesystemen installeren zijn toen en masse naar het buitenland vertrokken. Je ziet ook dat grote fabrikanten als Solland Solar en Scheuten Solar tot de dag van vandaag hun omzet grotendeels in het buitenland halen”, merkt Wessels op.
Maar de Nederlandse zonne-industrie, in potentie goed voor miljarden omzet, neemt technologisch nog altijd een koppositie in. Zo maakte energieonderzoekscentrum ECN vorige maand bekend dat onder zijn leiding een techniek is ontwikkeld om met behulp van dunnere zonnecellen zonnepanelen te maken waarin minder van de schaarse grondstof silicium is verwerkt.
Maar met financiële steun alleen ben je er niet. Je bedekt niet vanzelf 600 km2 met zonnepanelen, zoals Holland Solar zich in 2005 in zijn roadmap ten doel stelde (eind 2004 was er 0,45 km2 met panelen bedekt). Het is van levensbelang voor zonne-energieproducenten zich in te vechten in de bouw, waar uiteindelijk wordt besloten of er zonnepanelen worden aangekocht en geïnstalleerd. De particulier die een paneel aanschaft; het zijn de kruimels. „Het bouwbedrijf, de aannemer en de woningbouwcorporatie zijn cruciaal”, erkent Wessels.
Het lijkt erop dat de overheid de zonne-industrie op dat punt te hulp schiet, nu zij in het kader van de Brusselse klimaatdoelen serieus werk maakt van energiebesparing. „Dat helpt”, zegt Wessels. In het convenant ’Meer met Minder’ hebben bouwbedrijven, energiebedrijven en woningbouwcorporaties met de overheid afgesproken het energiegebruik in de gebouwde omgeving terug te dringen. „We zien nu steeds meer corporaties langskomen die aan de slag gaan met zonnestroom.”
Leren van zonnepanelen
De nieuwe regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) is geen investeringssubsidie zoals de vorige, stopgezette regeling MEP, maar een exploitatiesubsidie. In de periode tot 2014 is 1,4 miljard euro beschikbaar via deze regeling. photo-voltaïsche zonne-energie (zon-PV) scoort hoog op de criteria ’toekomstperspectief’ en ’innovatie’, maar is relatief duur. De overheid wil ’implementerend’ leren. Daarom worden kleinschalige zon-PV-installaties tot 2014 gesubsidieerd. Subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. De overheid heeft subsidieplafonds ingesteld, en herhaalt zo niet de fout van de vorige, te dure open-einderegeling. In maart moet de SDE-regeling in de Staatscourant

Planschadeclaims windmolens Gelderland

De VVD gedeputeerde Annelies van der Kolk wil 'dwingend' te werk gaan als het om de plaatsing van windmolens in Gelderland gaat. Steeds meer bewoners van gemeenten, waaronder Arnhem, Hattem, Bronckhorst, Beuningen en Buren verzetten zich tegen de gedwongen plaatsing van windmolens op het grondgebied van hun gemeenten. Desondanks houdt gedeputeerde Annelies van der Kolk, bestuurlijk verantwoordelijk voor het energie- en klimaatbeleid van de provincie vast aan haar standpunt. Mevrouw Van der Kolk is bij deze gewaarschuwd, want de planschadeclaims voor windturbines lopen elders in de miljoenen. Planschadeclaims Op WatUZegt.nl valt te lezen dat ongeveer 160 planschadeclaims zijn ingediend over de pas geplaatste 22 windturbines in de Koegorspolder in Zeeland: "De gemeente (lees: de belastingbetaler) is voornemens alle schade boven de 150.000 euro en procedurekosten boven de 100.000 euro te vergoeden. Raar, want altijd is van gemeentewege beweerd dat de exploitant de planschade moet betalen. De gemeenteraad mag helaas over de voorgenomen ‘vaststellingsovereenkomst’ alleen ‘bedenkingen en wensen uiten’. Een globale rekenexercitie leert dat dit soort claims behoorlijk in de papieren kan lopen. Het voornemen van B en W kan dan ook als een sprong in de duisternis worden gekwalificeerd. Het Hof van Leeuwarden heeft al eerder beslist dat de waardevermindering van een woning gelegen binnen een straal van 2,5 kilometer van een windmolenpark 30% bedraagt. De overheid en de exploitant bagatelliseren de planschade. Dit omdat de planschade moet worden bewezen. Een Groningse casus toont aan dat de aanhouder wint. Aan twee bewoners in Groningen die op 650 meter afstand wonen is namelijk in november 2007 een schadevergoeding van 75.000 euro toegekend, vermeerderd met de proceskosten. De exploitant van het windpark is veroordeeld tot deze kosten. Dit is het eerste vonnis in een civiele schadevergoedingsprocedure waarbij de hinder van een windturbinepark in het geding is. Volledigheidshalve wordt vermeld dat de exploitant bij het Hof Leeuwarden hoger beroep heeft aangetekend. Nu is het ene geval de andere niet, maar extrapolerend naar Terneuzen: 160 x 75.000 = 12 miljoen euro. De feitelijke prijs van deze groene stroom bereikt in dit geval een ongekende hoogte. Maar windmolen moet, dus heeft de overheid een arsenaal met subsidies: de VAMIL (vrije afschrijving milieu-investeringen), de EIA (energie-investeringsaftrek), CO2-subsidies, MEP-subsidies (Milieukwaliteit Energieproductie subsidies; 180806 afgeschaft) en we kunnen zelfs 'groen' beleggen. Oude regelingen worden door nog 'betere' vervangen. Zonder de door de overheid verstrekte subsidies in combinatie met een professioneel geleide mediacampagne om de burger te overtuigen van de noodzaak, zou ‘groene energie’ opgewekt door windturbines in Nederland geen schijn van kans hebben gemaakt. Greenpeace-actievoerder Diederik Samsom deelde destijds in het vakblad van de energiebranche ‘Energie Nederland’ heel realistisch mee: “Er zitten een hoop jongens in de duurzame energiewereld die het milieu geen snars kan schelen. Ze willen alleen heel snel, heel veel geld verdienen”. 1) Boeren leven ook van de wind. Eén molen op het erf levert al 70.000 euro per jaar op. 2) In discussies worden steevast vermogen en energieopbrengst door elkaar gehaald. Met vermogen wordt bedoeld een energieopbrengst per tijdeenheid in megawatt. De opbrengst wordt uitgedrukt in kilowattuur. Bij windstilte levert een molen niets en boven windkracht 8 ook niet, want dan worden ze uitgeschakeld. Daartussen is de opbrengst afhankelijk van de werkelijke windsterkte. Dit leidt ertoe dat slechts achttien procent van het nominale vermogen effectief kan worden gebruikt. Indien men windturbines op grote schaal wil toepassen en men daardoor afhankelijk wordt van de onbetrouwbare factor wind, dienen er grijze (conventionele) stroomleveranciers (goed voor 90% van het vermogen geleverd door de windturbines) op onrendabel vermogen mee te draaien om ontstane tekorten onverwijld op te kunnen vangen. Dan te bedenken dat dit alles in het werk wordt gesteld om minder dan 1% (!) van de totale energiebehoefte te dekken. Steevast wordt de opbrengst in ‘huishoudens’ vertaald. Echter slechts 8% van de stoom wordt door huishoudens verbruikt! Denemarken is qua weersomstandigheden, grootte, geaccidenteerdheid, landbouw, veeteelt en industrialisatie met Nederland vergelijkbaar en heeft vier keer zoveel windmolens als Nederland. Maar de Deense elektriciteitsprijs is één van de hoogste ter wereld. Heren politici, u bent gewaarschuwd en een gewaarschuwd mens telt voor twee."

maandag 18 februari 2008

Woerden, Minister Jacqueline Cramer (Ruimtelijke Ordening) haalt een streep door vier windmolens die zouden verrijzen bij Woerden.

De molens passen niet in het landschap, vindt de minister.

Cramer heeft dit maandagmiddag gezegd bij een bezoek aan de locatie in Woerden waar de windmolens stonden gepland. Als milieuminister heeft Cramer met de provincies afgesproken dat er tot 2011 2000 megawatt aan windenergie bijkomt. Maar als verantwoordelijke voor het landschap keert ze zich nu tegen de plek in Woerden, waar een kwart van de 50 megawatt aan windenergie zou worden opgewekt die Utrecht voor zijn rekening zou nemen.
De provincie laat weten teleurgesteld te zijn over de beslissing van de minister. Hierdoor gaan we onze doelstelling wat betreft windenergie niet halen, aldus een woordvoerder. De provincie denkt dat veel bewoners hoop zullen putten uit de bemoeienis van de minister. ,,Meer bewoners zullen proberen de plannen voor windmolens tegen te werken.'' De gemeente Woerden zegt de beslissing van Carmer te begrijpen. Wij zijn blij dat de minister het Groene Hart erkent, aldus een woordvoerster.
Cramer sluit niet uit dat ze nog meer locaties voor windmolens moet afwijzen als deze het landschap te zeer gaan verrommelen. Ze zet voor de langere termijn in op windmolenparken.
In 2020 moet een vijfde van de energievoorziening in Nederland duurzaam zijn. Daarvoor moet 4000 megawatt windenergie extra worden opgewekt. Een windmolen produceert 2 tot 3 megawatt.

vrijdag 15 februari 2008

Windenergie in Afrika

In grote delen van Afrika heeft driekwart van de bevolking geen toegang tot elektriciteit. Als het aan Leo van Gastel ligt gaat dit snel veranderen. Zijn bedrijf Aeolus Associated is van plan windmolenparken aan te leggen in de Namibische plaatsen Lüdenritz, Walvis Bay en Oranjemund.
Wat heeft u met Afrika?"Mijn verbintenis met Afrika is een combinatie tussen passie voor het continent en een interesse op zakelijk gebied. Ons bedrijf houdt zich bezig met het brengen van licht op het Afrikaans platteland, dat nog steeds voor 80 procent geen toegang heeft tot elektriciteit. Ik geloof tevens dat dit bijdraagt aan een “leefbare moeder aarde” voor mijn kleinkinderen en de kleinkinderen van anderen." Wat doet Aeolus Associated?"Dit bedrijf richt zich op duurzame energieprojecten in Afrika en is actief op vier terreinen: grootschalige windparken, biobrandstof plantages, rurale elektriciteit op basis van mini-hydrologie en biomassa en energieoplossingen voor huishoudens." Wat is de potentie voor duurzame energie in Afrika?"Als we alleen naar windenergie kijken hebben we het al over 10.000 MW, verspreid over zuid/westkust van Zuid-Afrika, de kustlijn van Namibië;, de hooglanden van Ethiopië, Kenia en Tanzania, de kustlijn van Soedan en Djibouti en een aantal locaties in Nigeria."Wat levert het gebruik van duurzame energie Afrika op?"Het toepassen van duurzame energie maakt Afrikaanse landen minder afhankelijk van dure energie-import. Op termijn zal duurzame energie goedkoper zijn dan fossiele brandstof en het is schone energie. Aeolus Associated neemt de financiering van zowel de ontwikkeling als operatie van deze projecten voor zijn rekening. Er is dus geen financiële inspanning nodig van de Afrikaanse landen waarin wij onze projecten uitvoeren."In welke landen is Aeolus Associated actief?"Op dit moment zijn zij actief in Namibië, Zuid-Afrika, Ethiopië, Kenia, Tanzania, Nigeria, Djibouti, Soedan, Sierra Leone, Ghana en – sinds kort - ook in Zambia, Madagaskar en Mozambique."Wat zijn de beperkingen waar u mee te maken heeft?"Een beperking is de werkcapaciteit die we hebben afgezet tegen het aantal projecten dat we nu kunnen en willen uitvoeren."Wat is het business model van Aeolus Associated?"Samen met onze locale, Afrikaans partners initiëren wij de projecten. Als ze levensvatbaar zijn, worden ze ontwikkeld door de AADC (Aeolus Africa Development Corporation), die ook voor de eerste financiering zorgt. In een tweede fase sluit onze financiële partner aan, de FMO - Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden."Wat is het laatste nieuws?"Samen met onze lokale Keniaanse partner hebben we de rechten verkregen van een reeds ontwikkelde 120 MW windpark te in Kenia."Zie de website van Aelos Associated voor meer informatie over de duurzame energie-projecten in Afrika.

CO2 reductie per lidstaat EU.

Met dank overgenomen van EU observer, gepubliceerd op 23 januari 2008, 15:53.
The European Commission on Wednesday (23 January) published proposals on how each member state is to contribute to an overall target of having renewable energy account for 20 percent of energy use in the EU by 2020. The targets are legally binding.
SWEDEN 49%
LATVIA 42%
FINLAND 38%
AUSTRIA 34%
PORTUGAL 31%
DENMARK 30%
ESTONIA 25%
SLOVENIA 25%
ROMANIA 24%
FRANCE 23%
LITHUANIA 23%
SPAIN 20%
GERMANY 18%
GREECE 18%
ITALY 17%
BULGARIA 16%
IRELAND 16%
POLAND 15%
UNITED KINGDOM 15%
NETHERLANDS 14%
SLOVAKIA 14%
BELGIUM 13%
CYPRUS 13%
CZECH REPUBLIC 13%
HUNGARY 13%
LUXEMBOURG 11%
MALTA 10%

woensdag 13 februari 2008

SDE is te mager.

Het ministerie van Economische Zaken heeft op 31 januari jl. de conceptregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) bekend gemaakt. De stichting Energy Valley voorziet negatieve gevolgen van het huidige voorstel voor initiatiefnemers in Noord-Nederland en heeft dit via een brief aan minister Van der Hoeven kenbaar gemaakt.
Bij de SDE-regeling zijn vooral de onderwerpen biomassa (wkk, elektriciteit, groen gas), wind en zon-PV voor het noorden van belang. Hoewel de basisgedachte van de regeling op steun kan rekenen, zijn er zorgen over de concrete invulling. Zo bevat de regeling beperkingen ten aanzien van bepaalde vormen van duurzame energie. Hierdoor komt onder andere de productie van groen gas via covergisting van mest en de verwerking van reststromen uit de agro- en voedingsmiddelen industrie niet voor vergoeding in aanmerking. Terwijl dit gezien de agrarische structuur juist zeer kansrijk is voor het noorden. Daarnaast worden in het voorstel de vormen van duurzame energie die voor vergoeding in aanmerking komen ogenschijnlijk vastgelegd tot ten minste 2010. Het gevolg daarvan is dat partijen die zich de afgelopen jaren op groen gas projecten hebben gericht, zoals agrariërs, kennisinstellingen en technologieleveranciers, geen markt in het vooruitzicht hebben. Hierdoor wordt het voor sommige lastig het hoofd boven water te houden. De beschikbare budgetten en vergoedingen zijn in veel gevallen ook te laag. Het verschil met de voorgaande regeling is daarbij te groot en te abrupt om door de markt te worden opgevangen. De voorgestelde vergoeding voor bijvoorbeeld elektriciteitsproductie met co-vergistinginstallaties ligt onder het niveau dat nodig is om dergelijke projecten rendabel te maken en komt niet overeen met de berekeningen van ECN en Kema. Ook voor zonne-energie geldt dat de voorgestelde vergoedingstructuur tot te lange terugverdientijden leidt. Hierdoor wordt het onaantrekkelijk gemaakt om hierin te investeren. Door het huidige voorstel komt de ontwikkeling van energie-innovaties en de realisatie van de doelstellingen van het Energieakkoord, dat het noorden op 8 oktober jl. sloot met het Rijk, in gevaar. De stichting Energy Valley doet in haar brief aan het ministerie dan ook een aantal aanbevelingen om de belemmeringen weg te nemen en tot een evenwichtige en stimulerende regeling te komen. Voorgesteld wordt de regeling uit te breiden met groen gas productie door covergisting van mest en vergisting van rest-/bijproducten. Tevens wordt erop aangedrongen de voorgestelde vergoedingen te verhogen tot een niveau waarbij de onrendabele top wordt gedekt. Tot slot wordt geadviseerd veranderingen met betrekking tot de stimuleringsregelingen geleidelijk in te voeren zodat ondernemers de tijd krijgen zich erop voor te bereiden. De stichting Energy Valley wil met haar aanbevelingen een constructieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van een houdbare SDE-regeling, waarmee vertrouwen wordt geschept bij ondernemers. De Energy Valley regio staat bekend als energietransitieregio bij uitstek waar door goede samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen resultaten worden geboekt. Een positie die de regio graag wil behouden. Energy Valley
De provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en de kop van Noord-Holland worden gekenmerkt door een sterke energie-economie met een stevig cluster aan energiepartijen en -activiteiten. De stichting Energy Valley heeft tot doel de economie en werkgelegenheid in de regio te versterken door samen met publieke en private partijen concrete energieactiviteiten en -investeringen te ontplooien. De stichting fungeert daarbij als aanjager en intermediair voor bedrijven, overheden en kennisinstellingen (www.energyvalley.nl).

dinsdag 12 februari 2008

De overheid is slechter voor het milieu dan het zich voor doet komen. Transformenergy bericht.

NWEA: Windmolens in binnenland met nieuwe stimuleringsregeling slechter afDe nieuwe stimuleringsregeling voor duurzame energie biedt voor windenergie op land kansen, maar dan wel enkel voor projecten op windrijke locaties. Meer landinwaarts gelegen projecten en locaties waar minder hoog gebouwd mag worden, zullen afvallen. Dat kan effect hebben op het halen van de kabinetsdoelstelling (een verdubbeling van opgesteld vermogen in 2011/2012). Dat constateert de Nederlandse Wind Energie Associatie NWEA na bestudering van de stukken. Wat betreft wind op zee is NWEA sterk teleurgesteld. De Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) gaat ervan uit dat het gemiddelde project 2.200 vollast-uren per jaar haalt. Daarmee kiest de Minister van Economische Zaken expliciet voor de meer windrijke locaties en hogere turbines. Aan de projecten die dreigen af te vallen, is door initiatiefnemers vaak al jaren gewerkt. NWEA pleit voor meerjarige duidelijkheid voor initiatiefnemers en investeerders. Nu wordt die alleen voor 2008 geboden, niet voor projecten waarvan de vergunningen in 2009 en later verkregen worden. Een gemiddeld project vergt jaren voorbereiding. Wel is NWEA tevreden dat een einde is gekomen aan de lange periode zonder stimuleringsregeling die begon met het stopzetten van de MEP (de voorganger van de SDE) in augustus 2006. Veel projecten verdwenen toen in de ijskast, de ontwikkeling van duurzame energie werd afgeremd. Eerder al heeft NWEA kanttekeningen geplaatst bij het feit dat de investeringsregeling voor windenergie per 1 januari drastisch verslechterd is. Dit effect wordt in de SDE voor individuele projecten gecompenseerd, maar het totale budget voor windenergie is wel veel lager. NWEA plaatst ook kanttekeningen bij verschillende berekeningen in de nieuwe stimuleringsregeling. Zo wordt uitgegaan van 8% lagere gemiddelde investeringskosten dan door NWEA, op basis van actuele gegevens van projecten, voorgesteld. De SDE zal in 2008 nog niet gelden voor wind op zee. Volgens de Minister worden de eerste nieuwe vergunningen voor wind op zee pas in 2009 verleend. NWEA vindt het volstrekt onduidelijk waarom de overheid op dit moment geen vergunningen wil verlenen. Diverse initiatiefnemers hebben de afgelopen jaren m.e.r. procedures gestart en vergunningaanvragen ingediend. De indruk ontstaat dat de overheid zoekt naar manieren om maar geen besluit over deze aanvragen te hoeven nemen.
bron: NWEA, 11/02/08

zondag 10 februari 2008

Transformenergy windmolennieuws

Het vermogen van windmolens is vorig jaar wereldwijd tot een recordhoogte gestegen. In totaal werd er 20.000 megawatt (MW) extra geïnstalleerd. Dat heeft de Global Wind Energy Council (GWEC), een industriële lobby in Brussel, bekendgemaakt. De Verenigde Staten, Spanje en China zijn de belangrijkste verantwoordelijken van deze stijging.25 miljard euroWindmolens produceren nu wereldwijd meer dan 94.000 MW energie, tegen 74.133 MW in 2006. In economische termen is de stijging van 2007 ongeveer 25 miljard euro waard.VSDe VS installeerden een record van 5.244 MW, waardoor het totaal aan windenergie in het land groeide tot 16.818 MW. Dankzij de toename verstoten de VS Spanje van de tweede plaats. Tegen eind 2009 zouden de Amerikanen Duitsland van de troon stoten, zo verwacht GWEC. Vorig jaar werd er in Duitsland windenergiecapaciteit van 1.667 MW geïnstalleerd, goed voor een totaal windenergievermogen van 22.247 MW.BelgiëMaandag raakte al bekend dat het vermogen van windmolens in België tot 278 MW was gestegen in 2007, bijna 50 procent meer dan het jaar ervoor. België staat daarmee op de dertiende plaats inzake windenergie in de Europese Unie van 27 lidstaten. (belga/bdr)

vrijdag 8 februari 2008

Subsidie duurzame energie

Subsidieregeling duurzame energie stap naar duurzame samenleving
De nieuwe stimuleringsregeling duurzame energie (SDE) kan succesvol zijn mits deze minimaal vijftien jaar blijft bestaan, de tijd die nodig is om de investering in zonnepanelen terug te verdienen, aldus Stichting Natuur en Milieu.
De plotselinge afschaffing van de vorige subsidieregeling (MEP) in 2006 beschadigde het vertrouwen in de overheid. Het kabinet zal dit vertrouwen moeten terugverdienen door garanties voor de langere termijn te geven, aldus Natuur en Milieu.De milieuorganisatie vindt het jammer dat dit jaar nog geen geld beschikbaar wordt gesteld voor de ontwikkeling van windenergie op zee. Windenergie zal in Nederland de grootste bron van duurzame energie moeten worden om de doelstelling van 20 procent duurzame energie in 2020 te kunnen halen. Het is wel goed dat de minister vloeibare biomassa (zoals palmolie) uitsluit van de regeling omdat er nog geen goed certificeringssysteem bestaat dat aangeeft of de biomassa duurzaam is. Vorige week presenteerden Natuur en Milieu en De Provinciale Milieufederaties criteria voor ‘goede’ en ‘foute’ soorten biomassa. Slechte biomassa zou niet door overheid gesubsidieerd moeten worden. Door het ontbreken van duurzaamheidscriteria kan dat op dit moment nog niet beoordeeld worden.

Bron: snm.nl

Windmolens zijn lelijk, duur en leveren niks op.

Waarom zoveel subsidie steken in een onbetrouwbare en nooit rendabele energievorm
Gepubliceerd: 6 februari 2008 00:00 Gewijzigd: 8 februari 2008 10:10
De overheid wil het aantal windmolens in Nederland verdubbelen.
Wacht even. Laten we eerst maar eens kijken wat ons dat oplevert, vindt Bernard van Praag. Willen we die molens wel?

Het kan niemand zijn ontgaan: er komen steeds meer windmolens in het Nederlandse landschap. Tot voor enige jaren was het een wat komische, eenzame curiositeit, de exotische hobby van een milieufreak, maar de laatste jaren verschijnen er dagelijks nieuwe exemplaren. Zijn het er nu nog ruim duizend, enige dagen geleden meldde het kabinet dat het dat aantal wil verdubbelen. Dat betekent een forse verandering van het Nederlandse landschap.
De windmolens worden namelijk steeds groter. Met een hoogte van soms wel 150 meter inclusief wieken benaderen ze grootte van de Euromast in Rotterdam. De wieken hebben een spanwijdte van een voetbalveld. Met deze afmetingen zijn ze al over tientallen kilometers zichtbaar. Een groeiend aantal Nederlanders vindt de windmolens landschapsvervuiling.
De blijvende aard van deze verandering, de afschrijvingsduur is tien jaar, roept de vraag op of verdubbeling van het aantal molens wel wenselijk is. En zijn ze eigenlijk wel nodig?
Vaak wordt gesuggereerd dat het gebruik van windenergie noodzakelijk en onontkoombaar is voor de Nederlandse energiepolitiek. Ik betwijfel dit. Ja, het is schone energie, maar we moeten, behalve naar de milieuaspecten, ook kijken naar de kosten, de betekenis voor de nationale energievoorziening, de verwachtingen over toekomstige ontwikkelingen en de concurrerende energietechnologieën.
Eerst de kosten. Voor hun bedrijfsvoering zijn de windmolens volledig afhankelijk van overheidssubsidie. Op het moment is er een kleine groep van windmolenproducenten, projectontwikkelaars, en agrariërs die volop profiteert van die subsidies. Volgens het vakblad De Boerderij (december 2003) verdiende een boer met een molen op zijn erf in 2003 al ca. 70.000 euro per jaar.
De vraag rijst waarom de belastingbetaler dit moet opbrengen. Zelfs in Denemarken, het walhalla van de windenergie, is onlangs twijfel ontstaan over het nut van de windmolen. De subsidie is stopgezet en er worden geen nieuwe molens meer gebouwd. In 2006 sloot Joop Wijn terecht de subsidiekraan, nu draaien de ministers Van der Hoeven en Cramer deze weer wijd open. Prima, als de verwachting is dat de kosten in de toekomst beduidend omlaag zullen gaan, maar de perspectieven hierop zijn weinigbelovend, in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij zonne-energie.
Over de betekenis van windenergie voor Nederland bestaan veel misverstanden. Er wordt geschermd met grote vermogens van een, twee en binnenkort nog meer megawatt per turbine. Wat vergeten wordt is dat het hier om maximale opbrengsten gaat, bij een windsterkte van ongeveer 8 Beaufort (daarboven moet de molen worden gestopt). Maar zo hard waait het niet vaak in Nederland. Bij minder wind ligt de opbrengst een stuk lager. De gemiddelde productiviteit over een jaar is slechts 20 procent van het maximum.
De productie wordt sinds jaar en dag gemeten in een speciale meeteenheid: de behoefte per doorsneehuishouden. Zo zien wij bij molens staan: voorziet 3.000 huishoudens van stroom. Maar die onduidelijke maat verhult dat de totale huishoudelijke behoefte in Nederland minder dan 10 procent is van de totale energiebehoefte. De industrie vraagt veel meer. Aan de totale Nederlandse energiebehoefte dragen de windmolens slechts voor één of twee procent bij en dat zal ook bij een verdubbeling tot 2.000 molens zo blijven.
Hoe verhoudt windenergie zich tot andere vormen van duurzame energie, zoals zonne-energie, getijdenenergie, geothermische energie, kernenergie en moderne steenkooltechnologie? In vergelijking hiermee is windenergie een instabiele bron. Het ene moment waait het stevig en het andere moment niet. Aangezien het bijna onmogelijk is de energie op te slaan, moet bij harde wind de opgewekte energie meteen het net ingestuurd worden en dit leidt tot schokken die kunnen leiden tot kortsluiting van hoogspanningsnetwerken. Bovendien eist de onbetrouwbaarheid van de wind dat de stroomproductie bij windstilte toch in de totale behoefte kan blijven voorzien. Windenergie is dus geen echt substituut voor andere productie- methodes. Ook is ze niet goedkoper dan die andere energievormen. Belangengroepen voeren vaak aan dat het met die kostenverhouding wel goed komt wanneer de olieprijs maar voldoende stijgt. Maar die olieprijsstijging maakt ook alle andere technologieën voordeliger.
De keuze is niet voor of tegen duurzame energie. Voor duurzaamheid is iedereen. De keuze moet gaan over de vraag welke van de technologieën we wel in ons land willen hebben en welke niet. Daarbij zal niemand het erg vinden om tijdelijke subsidies te verstrekken aan een ‘infant industry’, maar op den duur moeten de gekozen technologieën zich zonder subsidie op de markt van concurrerende technologieën kunnen bewijzen. Voor windenergie lijkt dit uitermate dubieus.
Prof. dr. B.M.S. van Praag is Universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

donderdag 7 februari 2008

Transformenergy schrijft een brandbrief aan minister Cramer.

Persbericht.

Brandbrief aan minister Jacqueline Cramer, Algemeen verbod op de gloeilamp nog voor 2010.
Het groene verbond Transformenergy uit stad Groningen heeft op 07-02-2008 een brandbrief geschreven aan de minister van Jacqueline Cramer. Volgens het verbond Transformenergy duurt het veel te lang voordat er daadwerkelijk ook daden worden gesteld aan het verbeteren van het milieu in Nederland. Voor 2020 streeft het kabinet naar een verhoging van het aandeel duurzame energie tot 20 procent. Dit is een mooie belofte. Volgens Transformenergy moet de minister een veel hardere aanpak laten zien. Gisteren had de minister al daden kunnen stellen, maar dit gaat volgens het verbond veel te langzaam. Door het afschaffen van de gloeilamp kan er veel CO2 uitstoot bespaard worden. Ook moet de overheid de burger actief helpen bij het omschakelen naar LED verlichting.

Brandbrief.

Geachte minister Cramer,
Wij vragen u dringend aandacht voor het volgende.
Transformenergy.nl streeft voor de afschaffing van de normale gloeilamp nog voor het einde van 2010. Zoals u weet gaat dit in Australië ook gebeuren en zou Nederland dit voorbeeld moeten volgen. U zou nu kunnen inzetten op een subsidie stelsel voor de consument van nieuwe LED licht technieken. Het is in 2008 eigenlijk al onverantwoord geworden om nog gloeilampen te gebruiken. Ook zou u zich namens de overheid actiever kunnen inzetten bij het verschaffen van LED verlichting aan de burgers. Er kan gedacht worden aan een licht-pakket voor burgers met lagere inkomens. Een doos LED verlichting zodat de overstap makkelijk wordt. Transformenergy.nl streeft juist voor het gebruik van LED verlichting omdat in de normale spaarlamp veel milieu belastende stoffen zitten. Het gaat hier om kwikdampen en zware metalen die in deze spaarlampen zitten. Nederland zou hierin een goed voorbeeld kunnen geven door het invoeren van LED licht. (wat ook veel mooier is) In Nederland blijkt uit onderzoeken dat veel burgers mee zouden willen doen aan het besparen van energie maar weten vaak onvoldoende hoe. Het wordt de burger nog vaak erg moeilijk gemaakt deze groene producten aan te schaffen en er zijn in Nederland nog te veel regels voor de installatie van dit soort duurzame energie. Gelukkig is er wel eindelijk meer duidelijkheid naar buiten gekomen over de subsidie van 33 eurocent per kilowattuur voor het opwekken van zonnestroom. Wij juichen dit toe. Nu nog verder. Wij willen u middels deze brandbrief wijzen op het radicaal veranderen van ouderwets slechte gewoontes op energie gebied. Begin met het licht. Nederland op LED licht. Op de site van Transformenergy.nl vind u een overzicht van duurzame energie voor de gewone burger. Informatie en producten die kunnen helpen aan een beter gebruik van de aarde.
Wij hopen dan ook van harte dat u dit wilt overdenken en vooral tot actie zult overgaan.
Met vriendelijke groet,De leden van het Transformenergy energie genootschap. transformenergy.nl

woensdag 6 februari 2008

Australie gaat de gloeilamp in 2010 verbieden. Transformenergy pleit voor navolging in Nederland.

SYDNEY - De dagen van de klassieke gloeilamp zijn in Australië geteld. De regering wil in de strijd tegen het broeikaseffect de ruim 125 jaar oude energievreter vanaf 2010 verbieden. Tegen die tijd zijn er in Australië alleen nog maar spaarlampen te krijgen, zei milieuminister Malcolm Turbull dinsdag.
Australië wordt daarmee het eerste land ter wereld dat de gloeilamp bant. Ook in de Amerikaanse staat Californië komt waarschijnlijk binnenkort een wet ten gunste van de veel zuinigere spaarlamp.

Lage rendement
De gloeilamp staat bekend om zijn lage rendement. De meeste energie wordt omgezet in warmte en niet in licht. Bij spaarlampen is het rendement beduidend hoger en wordt zo elektriciteit bespaard, naar schatting met twee derde per huishouden.
Australië staat niet bepaald bekend als milieuvriendelijk. Australiërs gebruiken gemiddeld meer energie dan de als energieverslinders bekend staande Amerikanen. Verder weigert de conservatieve Australische regering van premier Howard het milieuverdrag van Kyoto te tekenen, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Het gloeilampverbod lijkt een relatief makkelijke maatregel van de regering om toch haar 'groene gezicht' te tonen in het verkiezingsjaar 2007.Milieuorganisaties zijn kritisch en spreken van een druppel op een gloeiende plaat.

bron: nu.nl

Transformenergy bericht over bouw energie centrale eemshaven.

Japanners krijgen superorder van miljard in Groningen: bouw Nuon centralePrint pagina Stuur door
Je naamVerzenden naar
Beoordeel dit artikel

Groningen Seaports ondertekent vanmiddag samen met de directie van Nuon het contract voor de bouwgrond waarop de elektriciteitscentrale in de Eemshaven zal verrijzen. Voor Groningen Seaports betekent dit moment formeel dé omslag voor de toekomst van de Eemshaven. Vanaf nu kunnen namelijk megainvesteringen oplopend tot 90 miljoen euro - nodig voor de ontwikkeling van de infrastructuur in het oostelijke gedeelte van de Eemshaven - in gang worden gezet. De Nuon-centrale wordt de tweede elektriciteitscentrale in de Eemshaven. Er staat momenteel al een centrale, en de bouw van een derde centrale van het Duitse RWE is in voorbereiding.
Het oostelijke gedeelte van de Eemshaven is vastgesteld voor de ontwikkeling van energie gerelateerde bedrijvigheid: het zogenaamde Energy Park Eemshaven. Naast Nuon heeft de Duitse energieleverancier RWE het voornemen om een energiecentrale in de Eemshaven te bouwen. Eveneens hebben Essent, Vopak en Gasunie een locatiekeuze gemaakt voor de Eemshaven om daar een LNG Terminal aan te leggen voor de aanlanding van vloeibaar aardgas. Aanleg totale infrastructuur Groningen Seaports is eind 2006 al gestart met diverse voorbereidende werkzaamheden voor het bedrijfsklaar maken van terreinen in het oostelijke gedeelte van de Eemshaven. De officiële contractondertekening met Nuon betekent dat er nu gestart kan worden met de aanleg van de totale infrastructuur in dit gebied: ophoging van terreinen, aanleg van wegen en ICT-infrastructuur, aanleg van faciliteiten van gas, licht en water, aanleg van kades, verlenging Wilhelminahaven en verdieping van de vaargeul. De elektriciteitscentrale zal een terrein van 44 ha in beslag nemen. Multi-fuel-centrale
Nuon Magnum is een multi-fuel-centrale van 1.200 MW waarmee ruim twee miljoen huishoudens van energie kunnen worden voorzien. Op termijn kan deze centrale elektriciteit opwekken uit kolen, gas en biomassa. In de eerste fase wordt alleen een gasgestookte centrale gebouwd, die wordt voorbereid op de inpassing van het multi -fuel-gedeelte. Begin 2011 moet de gasgestookte centrale de eerste stroom leveren

bron:GIC

dinsdag 5 februari 2008

Boer zoekt stroom. Transformenergy bericht.

Boer kan nergens heen met groene stroom



maandag 04 februari 2008
De mededeling van Essent Netwerk dat er nog zeker twee tot drie jaar geen groene stroom kan worden doorgesluisd naar het landelijk elektriciteitsnet, heeft noordelijke bestuurders en boeren “zeer onaangenaam verrast”.
Eind december maakten het Ministerie van Economische Zaken, de noordelijke provincies en netwerkbeheerder Tennet nog bekend dat zij een oplossing hadden gevonden voor het capaciteitstekort op het landelijke stroomtransportnet. Volgens Essent zijn tientallen opwekkers van groene stroom daar echter bij nader inzien nog altijd niet mee geholpen.
Het capaciteitsprobleem ontstaat door de bouw van twee elektriciteitscentrales in de Eemshaven. Die nemen alle beschikbare ruimte op het landelijke transportnet in beslag, waardoor er voor groene stroom geen ruimte is. Dat kan de nekslag betekenen voor de plannen van tientallen boeren en tuinders, met name in het Noorden, voor windmolens en kleinschalige biogasinstallaties.
EZ, Tennet en de provincies dachten dat probleem te kunnen ondervangen door de transportleiding van Groningen naar Zwolle niet te slopen, zoals gepland, maar voor 20 miljoen euro op te knappen. Maar volgens Essent is het nodig om tegelijkertijd ook het zogeheten middenspanningsnet worden uitgebreid om de groene stroom naar het Tennet-net te kunnen leiden.

bron: energy Valley

Transformenergy duurzame energie overzicht

Energie overzicht NL
31 maart 2006. Bijdrage geleverd door Rembrandt Koppelaar.
Historie en overzicht van energiehuishouding van Nederland Cijfers zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor Statistiek en EnergieNed.
Rembrandt Koppelaar / Stichting Peak Oil Nederland
Fossiele energiewinning
Nederland is een land dat rijk is aan aardgas. In 1957 werd bij toeval in Groningen een van de grootste aardgasvelden ter wereld ontdekt nabij het dorpje Slochteren. De winning startte snel om de Nederlandse staat en haar burgers te voorzien van de inkomsten en energie van het aardgas. Naast dit grote veld zijn er nog een heleboel kleinere Nederlandse aardgasvelden op land en de noordzee waar aardgas gewonnen wordt. Sinds de winning van aardgas begon in de 60′er jaren heeft de Nederlandse economie flink kunnen profiteren van deze bodemschat. Aangezien er nog een redelijke hoeveelheid aardgas in de grond zit, zelfs na 40 jaar winning, profiteert de Nederlandse staat nu nog steeds van aardgasbaten.
Naast aardgas zit er ook een kleine hoeveelheid olie in de grond die gewonnen wordt. De productie van Nederlandse olie is goed voor 9% van het binnenlandse verbruik. Om het olieverbruik in Nederland te dekken wordt meer dan 90% geimporteerd. Met name uit Rusland (29%), Saoedi-Arabië (21%), Noorwegen (15%), Engeland (10%) en Kuweit (8%). Het aandeel van Engeland en Noorwegen in de Nederlandse import zal steeds verder dalen doordat deze landen al over hun oliepiek heen zijn, de productie daalt daar.
In het verleden heeft Nederland ook nog volop kolen uit de grond gehaald, met name in de province Limburg. Sinds 1974 is de kolenwinning echter stopgezet. Goedkope zwarte kolen uit het buitenland en de steeds sterker groeiende productie van Nederlands aardgas zorgden ervoor dat de kolenwinning in Nederland niet meer rendabel was.
Energieverbruik Nederland
De Nederlandse economie wordt gedomineerd door fossiele brandstoffen. Ondanks dat de noodzaak voor alternatieve energiebronnen hoog is beslaat fossiel 96% van het energieverbruik. Kernenergie is altijd al een hele kleine speler geweest en duurzame energie begint langzaam een klein deel van het energieverbruik te dekken.
Als we kijken naar het algehele energieverbruik in Nederland zien we een gestage toename over de tijd. Door de oliecrises van de 70′er jaren zakte het verbruik van energie maar kortstondig een klein beetje in om vervolgens weer te gaan stijgen. Met name te weiten aan een stijging van de bevolking van 13 miljoen in 1970 naar 16.3 miljoen in 2005. Maar ook een stijging van de materiele welvaart heeft zijn invloed gehad. Meer spullen betekent bijna altijd een hoger energieverbruik. Ten opzichte van de wereldbevolking verbruiken wij vrij veel energie. Drie keer zoveel als de gemiddelde mens op aarde.
De stijging van energieverbruik zit hem echter voornamelijk in de industrie. Het huishoudelijk verbruik is al sinds de 80′er jaren vrij stabiel gebleven rond de 430 PetaJoule. Door steeds meer goederen te produceren en diensten te leveren stijgt het industriële verbruik. Niet zo vreemd is het grootste aandeel van het energieverbruik uit de industrie komt. Sinds 1985 is het energieverbruik met 20% gestegen.
De oorzaak van deze trend komt door het verbruik van aardgas. Waar het industriële verbruik blijft toenemen terwijl het huishoudelijk verbruik langzaam blijft dalen, ondanks dat de hoeveelheid huishoudens van 4 miljoen in 1970 naar 7 miljoen in 2006 is gestegen. De daling in de huishoudens is te danken aan veel efficiëntere verwarmingsketels.
De algehele stijging van het energieverbruik komt doordat we steeds meer elektriciteit zijn gaan gebruiken. In de huishoudens zijn we wel wat efficiëntere apparaten gaan gebruiken, maar deze hebben weinig effect doordat we ook steeds meer apparaten tot onze beschikking hebben.
Al sinds de 60′er jaren is het verbruik van elektriciteit in snel tempo gestegen. Tegenwoordig nog steeds met zo’n 3% a 4% per jaar.
Duurzame energie
Van de 1.5% energieverbruik in Nederland die uit duurzame energie bestaat komt het meeste uit biomassa en windenergie. Deze ontwikkeling is pas op gang gebracht, sinds 1995 is het aandeel duurzaam in het verbruik van energie meer dan verdubbeld.>/p>
Nederland is echter geen land waar veel biomassa geproduceerd kan worden. Daarom wordt de meeste biomassa geïmporteerd, in 2004 kwam 60% van de verbruikte biomassa uit het buitenland. Dit aandeel zal in de toekomst sterk gaan stijgen. Windenergie hoeven we echter niet te importeren, er is op de Noordzee genoeg ruimte en wind om heel veel windparken neer te zetten. In totaal wekken we nu 27% van de verbruikte duurzame energie in eigen land op en de rest in het buitenland.
Op Europees gebied lopen we nog ver achter. In een groot deel van de landen in Europa bestaat al 10% of meer van het energieverbruik uit duurzaam.
Emmisie van broeikasgassen
De uitstoot van koolstofdioxide, het voornaamste broeikasgas blijft nog steeds stijgen. Om aan de doelstellingen voor het Kyoto protocol te voldoen moet de Nederlandse uitstoot in 2012 met 6% gedaald zijn tenopzichte van 1990. Momenteel is de totale uitstoot van broeikasgassen met 1% gedaald tenopzichte van 1990
Dit resultaat is behaald doordat de uitstoot van andere milieuvervuilende broeikasgassen wel daalt
Energie efficiëntie
De grootste uitdaging van de energietransitie naar een duurzame samenleving is het stabiliseren van het energieverbruik. Op huishoudelijk gebied gaat dit autonoom vrij goed. Alhoewel de huishoudens momenteel nog stijgen omdat de bevolking nog steeds toeneemt is het gemiddelde verbruik van elektriciteit per huishouden al gestabiliseerd.
Het gemiddelde verbruik van aardgas per huishouden daalt zelfs sterk sinds de 70′er jaren.


bron: peakoil