dinsdag 19 februari 2008

Zonnepaneel komt terug op dak

Het zal nog wel even duren voor de Nederlandse daken zullen stralen van de zonnepanelen. „Daarvoor moet de beleving van zonne-energie echt veranderen”, zegt Joke Wessels van branchevereniging Holland Solar. „Het besef moet dagen dat de zon op de lange termijn de meest veelbelovende duurzame energiebron is.”
Bij Holland Solar, die veertig bedrijven vertegenwoordigt, zijn ze blij dat de overheid het opwekken van elektrische energie uit zonlicht (photo-voltaïsche zonne-energie, PV of zonnestroom genoemd) weer gaat stimuleren. De Europese klimaatdoelstellingen – het Nederlandse energieverbruik moet in 2020 voor 14 procent groen zijn – ’helpen’ daarbij.
De Nederlandse overheid heeft een wijs besluit genomen, vindt Wessels, en maakt de aanschaf van kleinschalige zonnestroom-installaties door particulieren financieel interessanter. „Maar het is onze wens dat de regeling ook voor grotere installaties op grote gebouwen wordt opengesteld, zoals in Duitsland.” Door de hoge kosten van zonnestroom-producten en de peperdure productieprocessen, zijn bedrijven gebaat bij een steuntje in de rug. „Zonnestroom kan nog niet concurreren met conventioneel opgewekte stroom. Door een grotere vraag wordt zonnestroom goedkoper.” Zonne-energie is naar schatting goed voor 25 procent van de Nederlandse stroomvraag in 2050.
Bij de Nederlandse zonne-industrie ligt nog vers in het geheugen hoe de subsidie in 2003 plotseling werd stopgezet. De markt voor panelen en collectoren stortte in omdat de vraag sterk afnam. „Nederlandse ondernemers die zonne-energiesystemen installeren zijn toen en masse naar het buitenland vertrokken. Je ziet ook dat grote fabrikanten als Solland Solar en Scheuten Solar tot de dag van vandaag hun omzet grotendeels in het buitenland halen”, merkt Wessels op.
Maar de Nederlandse zonne-industrie, in potentie goed voor miljarden omzet, neemt technologisch nog altijd een koppositie in. Zo maakte energieonderzoekscentrum ECN vorige maand bekend dat onder zijn leiding een techniek is ontwikkeld om met behulp van dunnere zonnecellen zonnepanelen te maken waarin minder van de schaarse grondstof silicium is verwerkt.
Maar met financiële steun alleen ben je er niet. Je bedekt niet vanzelf 600 km2 met zonnepanelen, zoals Holland Solar zich in 2005 in zijn roadmap ten doel stelde (eind 2004 was er 0,45 km2 met panelen bedekt). Het is van levensbelang voor zonne-energieproducenten zich in te vechten in de bouw, waar uiteindelijk wordt besloten of er zonnepanelen worden aangekocht en geïnstalleerd. De particulier die een paneel aanschaft; het zijn de kruimels. „Het bouwbedrijf, de aannemer en de woningbouwcorporatie zijn cruciaal”, erkent Wessels.
Het lijkt erop dat de overheid de zonne-industrie op dat punt te hulp schiet, nu zij in het kader van de Brusselse klimaatdoelen serieus werk maakt van energiebesparing. „Dat helpt”, zegt Wessels. In het convenant ’Meer met Minder’ hebben bouwbedrijven, energiebedrijven en woningbouwcorporaties met de overheid afgesproken het energiegebruik in de gebouwde omgeving terug te dringen. „We zien nu steeds meer corporaties langskomen die aan de slag gaan met zonnestroom.”
Leren van zonnepanelen
De nieuwe regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) is geen investeringssubsidie zoals de vorige, stopgezette regeling MEP, maar een exploitatiesubsidie. In de periode tot 2014 is 1,4 miljard euro beschikbaar via deze regeling. photo-voltaïsche zonne-energie (zon-PV) scoort hoog op de criteria ’toekomstperspectief’ en ’innovatie’, maar is relatief duur. De overheid wil ’implementerend’ leren. Daarom worden kleinschalige zon-PV-installaties tot 2014 gesubsidieerd. Subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. De overheid heeft subsidieplafonds ingesteld, en herhaalt zo niet de fout van de vorige, te dure open-einderegeling. In maart moet de SDE-regeling in de Staatscourant

Geen opmerkingen: